Carlos Dierickxplein , Gavere
Tijdens het Ancien Régime werd recht gesproken in openlucht bij de vierschaar.
Vierscharen hadden doorheen de tijd een vast karakter gekregen en waren vaak omzoomd met bakstenen en/of natuurstenen elementen. Na het afschaffen geraakten de meeste in verval en verdwenen ze. Het is dus niet verwonderlijk dat er vandaag de dag weinig overblijft van dit erfgoed. Enkel in Moregem, bij Oudenaarde, is er nog een intacte vierschaar te vinden.
Hier in Asper heeft een element van een vierschaar ook de tand des tijds overleefd. Jarenlang kon men de verweerde arduinen steen in de Pontweg, niet thuisbrengen. Uit onderzoek bleek dat de opstaande steen een restant was van de vroegere vierschaar. De steen had toen de naam “kwintie” gekregen, wat niets te maken heeft met rechtspraak. We moeten het vermoedelijk zoeken in het plaatselijke dialect, want een kwintie is in het Aspers “een kind dat veel weent”. Voor de Asperlingen ging er immers een mysterieuze sfeer rond de oude steen en het zou kunnen dat men wenende kinderen naar de steen bracht om te kalmeren. Al is deze verklaring absoluut niet sluitend. In de ‘kwintie’ staat nog steeds het wapenschild van de Sint-Baafsabdij, voordien lange tijd eigenaar van de vierschaar.
De originele ‘kwintie’ werd opgenomen in de reconstructie van de vierschaar. In het monument werden ook de wapenschilden van Vlaanderen, Gavere en de voormalige heerlijkheid Asper-Zingem verwerkt. Asper behoort daarmee tot die weinige plekken in ons land waar er nog een materieel overblijfsel van een vierschaar te vinden is.