Meirstraat 7
Mere in Vosselare wordt voor het eerste vermeld in 1280-1281 en is er sprake van een Jehan dele Mere.
Het Hof ter Mere was een aparte heerlijkheid binnen het Land van Nevele die afhing van de heren van Nevele. Ze hadden een eigen rechtspraak,baljuw, schepenbank en ook het patronaatsrecht over de kerk van Deinze. Mere was een soort staat binnen het Land van Nevele. Dit gaf door de eeuwen heen aanleiding tot veel processen over bevoegdheden en inkomsten.
Merkwaardig is dat ze jaarlijks op Pasen een schaakbord dienden te bezorgen aan hun leenheer in het kasteel van Ooidonk met daarop de wapens van de heer.
In de 16de eeuw werd een nieuw kasteel gebouwd. In het begin van de 19de eeuw was het kasteel onbewoond en werd het verhuurd tijdens het jachtseizoen. Gustave de Kerchove d’Ousselghem (1803-1881) kocht het kaqsteel in 1843 en gaf architect Minard de opdracht een nieuw kasteel te bouwen . Het werd in 1918 verwoest door oorlogsgeweld. In 1923-24 werd een nieuw eerder bescheiden kasteel gebouwd. Het domein werd in 2001 gekocht door de familie Hannécart-Van de Vyvere. Zij lieten het kasteel grotendeels slopen en kozen voor een nieuwbouw. Ook de tuin kreeg een volledige makeover. De ijskelder uit 1848 verwijst nog naar de vroegere bebouwing.
Op een eilandje in de slotwal bevindt zich een bakstenen torentje met aanbouw in gotische stijl waarin in 1830 vermoedelijk de oude gotische koorvensters van de kerk van Vosselare zijn verwerkt waarvan sprake is in een verslag van de Koninklijke Commissie der Monumenten in 1863. Het werd eertijds ten onrechte als een duiventoren aangezien.