Merendreedorp 22b
Sint-Radegundiskerk in Merendree toont een (ver)bouwgeschiedenis die start in de middeleeuwen. De kerk zou volgens de overlevering gesticht zijn door de heilige Amandus in de zevende eeuw, maar de oudste romaanse sporen van het gebouw gaan terug tot de twaalfde eeuw. In de 16de eeuw werd de kerk grotendeels gesloopt en in baksteen heropgebouwd maar romaanse gedeelten bleven zichtbaar. Nadien volgden nog veel restauraties met een grote laatste verbouwing in 1882.
De kerk is de enige in Vlaanderen die verwijst naar Radegundis, een zeer devote koningin uit het Duitse Thüringen van de zesde eeuw. Haar vermogen stelde ze ter beschikking aan de armen en ze wijdde zich aan de verzorging van de zieken, vooral van de lepralijders. Ze stichtte een klooster in Poitiers.
Merkwaardig in de kerk is de lege grafkelder van de heilige Gerulfus. Volgens de legende werd de jonge Gerulfus die leefde in de achtste eeuw in Drongen na zijn vormsel in Gent door zijn jaloerse peter vermoord ter hoogte van de Varendries in Drongen. Hij behoorde tot een adellijke familie en zijn ouders lieten hem begraven in het kerkje van Merendree. De plaats werd een bedevaartsoord en leverde Merendree veel inkomsten op. De abdij van Drongen toverde documenten naar voor waaruit zou blijken dat Gerolf vlak voor zijn dood gevraagd zou hebben om begraven te worden in Drongen. Zijn stoffelijk overschot werd na tussenkomst van de graaf van Vlaanderen in 914 overgebracht naar Drongen, waardoor de bedevaart zich naar daar verplaatste. Tijdens de godsdiensttroebelen in de zestiende eeuw raakten de oorspronkelijke relikwieën verloren.