Kerkplein 1, De Pinte
De kerk van De Pinte behoort tot de meest geslaagde neogotische bouwwerken van de streek. Ze heeft een lange voorgeschiedenis.
De Pinte was tot 1868 een gehucht van de gemeente Nazareth. De Onze-Lieve-Vrouwe-Geboortekerk van Nazareth was bijgevolg ook de parochiekerk van de Pintenaren, die een grote afstand moesten overbruggen om de eucharistieviering te kunnen bijwonen. De kerkelijke overheid was zich bewust van het probleem. In 1815 werd een eerste kerkje op de wijk geopend. In oktober 1839 volgde de eerste steenlegging van de definitieve kerk door bisschop Delebecque. De bekende Gentse architect Louis Minard tekende de plannen van het neogotische bedehuis.
De Pinte was in 1868 een zelfstandige gemeente geworden en het kerkgebouw was al rond 1900 echt te klein. Onder leiding van architect Jules Goethals werd de kerk in de periode 1900-1912 getransformeerd. Er werd een kruisbeuk opgetrokken en een nieuw koor gebouwd. Het schip werd uitgebreid. Er werd tevens een doopkapel en een westertoren gebouwd. Men voerde de bouwwerken uit met respect voor de neogotische stijl. Aan de buitenzijde van de kerk zijn vooral de vijfzijdige vorm van de doopkapel en de vijfzijdige afsluiting van het koor opvallend.
Het interieur van de Pintse parochiekerk is sober. Tot 1967 was de kerk polychroom beschilderd, maar toen moest de polychromie wijken voor een witte verflaag. Zo verloor de kerk wel wat aan authenticiteit. Binnenin zijn de neogotische elementen goed uitgewerkt. Zo is de kerk overwelfd met kruisribgewelven en zijn de zuilen versierd met knopkapitelen.
Het orgel is het onbetwiste pronkstuk van de kerk van De Pinte. Het imposante orgelfront bestaat uit 29 imitatiepijpen uit greenhout. Het orgel werd gebouwd door de Nevelse orgelbouwer Lovaert. Het kunststuk verkeerde lange tijd in slechte staat, maar werd rond het jaar 2000 professioneel gerestaureerd. Vandaag wordt het instrument terug geprezen voor de zuivere klank.